IZO

De Wegiz komt eraan: “De wereld ziet er niet ineens heel anders uit”

Dit is een gearchiveerd nieuwsbericht

Let op! Dit nieuwsbericht is ouder dan zes maanden en bevindt zich daarom in het archief van nieuwsberichten op istandaarden.nl.

De inhoud kan minder actueel en relevant zijn, verwijzingen kunnen doodlopen en documentatie bij het bericht kan verwijderd zijn.

> Naar het actuele nieuwsoverzicht

Het Wetsvoorstel elektronische gegevensuitwisseling in de zorg (Wegiz) is deze zomer unaniem aangenomen door de Tweede Kamer. Wat verwacht het ministerie van VWS van deze wet? En wat betekent de wet voor de zorgprofessional en de cliënt? Mark de Lange (VWS) informeerde de platformleden van IZO over de Wegiz.

*De presentatie over de Wegiz is hier direct te downloaden.

Website IZO  (2).jpg

“Dat het wetsvoorstel unaniem is aangenomen geeft ons goede hoop richting de Eerste Kamer”, vertelt Mark. “In het beste geval behandelt de Eerste Kamer de wet eind dit jaar, maar dat is wellicht wat krap.” Mark hoopt dat de wet per 1 juli 2023 zal ingaan. Toch ziet de wereld er dan niet ineens heel anders uit. De Wegiz is namelijk een kaderwet; de wet regelt dát er elektronisch gegevens wordt uitgewisseld en de wijze waarop dit gebeurt. “De Wegiz regelt dus niet wélke gegevens er worden uitgewisseld in de zorg. Dat is al vastgelegd in de kwaliteitsstandaarden, die het zorgveld hebben vastgesteld en zijn opgenomen in het register van het Zorginstituut.”

Twee sporen voor uitwisseling

De Wegiz is gericht op specifieke gegevensuitwisselingen. Bijvoorbeeld de uitwisseling van gegevens bij verpleegkundige overdracht. Er zijn twee sporen mogelijk voor een uitwisseling, legt Mark uit. Spoor 1 verplicht het elektronisch uitwisselen, maar stelt geen eisen aan hoe de elektronische gegevensuitwisseling plaatsvinden. Een elektronische gegevensuitwisseling volgens spoor 2 moet volgens specifieke eisen aan taal en techniek worden ingericht. “De ambitie is om altijd te komen tot spoor 2. Als initieel een spoor 1 is aangewezen, dan wordt deze altijd op een later moment opgevolgd met spoor 2-aanwijzing. Er worden dus geen trajecten gestart waarvan men vooraf al weet dat spoor 2 niet haalbaar is.”

Zorgaanbieders mogen bij een spoor 2-aanwijzing alleen gebruikmaken van gecertificeerde software. Softwaresystemen kunnen gecertificeerd worden als zij voldoen aan de gestelde eisen aan taal en techniek. Deze eisen worden vastgelegd in NEN-normen. NEN is het Nederlandse normalisatie-instituut. “Het gaat er dus niet om dat softwareleveranciers gecertificeerd zijn, maar de software zelf wordt gecertificeerd”, verduidelijkt Mark. “Dit noemen we ‘productcertificatie’.”

Toegevoegde waarde wetgeving onderzoeken

Om te komen tot wetgeving op de specifieke gegevensuitwisselingen wordt eerst onderzocht wat de toegevoegde waarde is, of het haalbaar is en of een kwaliteitsstandaard en informatiestandaard tijdig beschikbaar zijn. Daarna volgt de fase waarin de wettelijke verplichting vorm krijgt. In het geval van een spoor 2-aanwijzing wordt dan ook een norm opgesteld.

Een aantal gegevensuitwisselingen krijgt prioriteit. Deze staan op de meerjarenagenda voor de komende jaren. Het gaat om de uitwisseling van radiologische beelden en verslagen, de basisgegevensset zorg, medicatie en verpleegkundige overdracht. “Binnen medicatie valt bijvoorbeeld het digitaal voorschrijven en ter hand stellen. Dit begint met een spoor 1-aanwijzing omdat de medicatiestandaard (MP9 standaard) substantiële aanpassing vergt in de softwaresystemen. Zodra deze aanpassing in de systemen is doorgevoerd, volgt een spoor 2-aanwijzing. Dit is beoogd voor 2026.”

Er worden dagelijks enorm veel soorten gegevens uitgewisseld in de zorg. “Het is niet onze ambitie om die soorten uitwisselingen allemaal via wetgeving te verplichten; we focussen op uitwisselingen die belangrijk zijn voor het veld.” De hoop is dat het veld het dan verder oppakt, zodat er wel elektronisch uitgewisseld wordt, maar de wettelijke verplichting niet meer nodig is. Mocht dit onvoldoende werken, dan wordt de wetgeving er alsnog bij gehaald. “Maar het uitgangspunt is altijd om het liever zonder wettelijke verplichting in te richten.”

Normtrajecten generieke functies

Er zijn onderwerpen die in veel gegevensuitwisselingen voorkomen, de zogenoemde generieke functies. “Het is zonde en in verband met mogelijke inconsistenties ook risicovol om hiervoor iedere keer opnieuw afspraken te maken. Daarom zijn er normtrajecten gestart om tot normen voor generieke functies te komen.” Momenteel lopen er drie normtrajecten rondom vier generieke functies: identificatie en authenticatie van de zorgverlener, patiënttoestemming en lokalisatie.

“Hoewel de Wegiz gericht is op specifieke gegevensuitwisseling zijn we ons ervan bewust dat softwareleveranciers de generieke functies slechts één keer in de systemen zullen inbouwen. Impliciet betekent dat dus dat de functies gelden voor alle gegevensuitwisselingen en dus ook voor gegevensuitwisselingen die niet onder de Wegiz vallen. De Wegiz is niet bedoeld en niet geschikt om zaken te verplichten die een bredere uitwerking hebben dan alleen op de specifieke gegevensuitwisselingen.” Wel worden er in de normen afspraken gemaakt over de producten die invulling geven aan zo’n generieke functie. Eén van de afspraken zal zijn dat deze producten interoperabel moeten zijn.”

Europese wetgeving

Vanuit de EU ontstaat ook wetgeving rondom gegevensuitwisseling. Zoals de European Health Data Space (EHDS). Volgens Mark vertoont de EHDS grote overeenkomsten met de Wegiz. Er zijn echter wel enkele verschillen. “Zo is secundair datagebruik is niet opgenomen in de Wegiz. Wel kijken we bij het ontwikkelen van normen of ze ook toepasbaar zijn voor secundair gebruik.” Daarnaast werkt de EHDS wel aan standaarden, maar op een andere manier dan Wegiz. Maar de EHDS laat nog wel even op zich wachten: leveranciers verwachten dat zij pas in 2030 met EHDS te maken krijgen en in een debat sprak de minister daar ook over 2030. Daarom is het van belang om vooral door te gaan met de Wegiz.

Digivaardigheid

Eén van de platformleden betrekt het perspectief van de cliënt bij Marks verhaal. Hoe zit het bijvoorbeeld met mensen die minder digivaardig zijn? Daar is rekening mee gehouden, aldus Mark. “Natuurlijk moet er een toestemming worden gevraagd om gegevens uit te wisselen. Maar een cliënt die hiertoe niet vaardig genoeg is kan een zorgverlener toestemming laten geven. We zijn hier erg alert op; we moeten altijd in de gaten houden dat we geen groepen buitensluiten.”

Wilt u meer lezen over de Wegiz of op de hoogte blijven kijk op https://www.gegevensuitwisselingindezorg.nl/gegevensuitwisseling waar u zich ook kunt aanmelden voor een nieuwsbrief.

Over Platform IZO

Voor het bevorderen van samenhang in de informatievoorziening in zorg en ondersteuning, werken 17 organisaties samen in Informatievoorziening Zorg en Ondersteuning (IZO). Platform IZO vindt maandelijks plaats en richt zich voornamelijk op programmalijnen die werken richting het netwerkmodel.