IZO

Behoeftepeiling zorginhoudelijke informatie in de Wmo signaleert randvoorwaarden en verbeterpunten voor informatie-uitwisseling

Dit is een gearchiveerd nieuwsbericht

Let op! Dit nieuwsbericht is ouder dan zes maanden en bevindt zich daarom in het archief van nieuwsberichten op istandaarden.nl.

De inhoud kan minder actueel en relevant zijn, verwijzingen kunnen doodlopen en documentatie bij het bericht kan verwijderd zijn.

> Naar het actuele nieuwsoverzicht

Binnen de Wmo is er nog geen veilige en gestandaardiseerde manier om zorginhoudelijke gegevens uit te wisselen. Om inzicht te krijgen in de wensen en behoeften van Wmo-professionals rondom het uitwisselen van zorginhoudelijke informatie en wat er precies onder zorginhoudelijke informatie binnen de Wmo wordt verstaan, heeft het ministerie van VWS aan het Ketenbureau i-Sociaal Domein en Zorginstituut Nederland (ZIN) gevraagd een behoeftepeiling uit te voeren. Mareline Olthof (ZIN) en Rob Neefs (Ketenbureau) hebben bij platform IZO de uitkomsten en conclusies van deze behoeftepeiling gedeeld.

*Download hier het rapport 'Behoeftepeiling Zorginhoudelijke informatie binnen de Wmo'. Of download de presentatie over de behoeftepeiling.

1

‘Om te onderzoeken welke gegevens Wmo-professionals met elkaar en andere partijen willen delen, hebben we hen eerst gevraagd wat zij onder zorginhoudelijke informatie verstaan’, vertelt Mareline. ‘We hebben een gezamenlijke definitie geformuleerd die we vervolgens in het onderzoek hebben aangehouden. Het gaat dan vooral om informatie uit de uitvoering van de zorg, zoals informatie over de aandoening of het medicijngebruik van een cliënt.’

Wmo-professionals lopen tegen allerlei problemen aan in de uitwisseling van zorginhoudelijke informatie. Onduidelijke communicatie en het gebruik van verschillende kanalen en systemen wordt vaak genoemd als knelpunt, maar ook de AVG wordt als een belemmering gezien. Bovendien mag informatie alleen gedeeld worden met toestemming van de cliënt. Dat zorgt voor aanzienlijke vertraging.

Randvoorwaarden voor gegevensuitwisseling

Het onderzoek geeft aan dat het niet mogelijk is om een eenduidige uitspraak te doen over de behoefte aan zorginhoudelijke informatie onder Wmo-professionals, aangezien deze behoefte afhankelijk is van de Wmo-dienst, de rol van de Wmo-professional en de inrichting van het proces. Wél signaleert het onderzoek randvoorwaarden en verbeterpunten voor deze informatie-uitwisseling.

De eerste randvoorwaarde is onderling vertrouwen in elkaars expertise. Dit versterkt volgens Mareline het ketendenken en de samenwerking, wat noodzakelijk is voor soepele en efficiënte uitwisseling van gegevens. ‘Een goede samenwerking voorkomt dat de cliënt als extra communicatiekanaal fungeert, wat helaas nu nog te vaak gebeurt.’ Daarnaast geven Wmo-professionals aan dat de AVG, hoewel die als belemmerend wordt ervaren, een cruciale randvoorwaarde is voor veilige informatie-uitwisseling. ‘Het is belangrijk om ervoor te zorgen dat de informatie op een veilige manier kan worden uitgewisseld. Het gaat immers om gevoelige privégegevens over cliënten.’

Regie bij de cliënt

Die cliënt moet volgens Wmo-professionals centraal staan. ‘Ook bij informatie-uitwisseling willen zij handelen in het belang van de cliënt’, vertelt Rob. ‘Dat betekent dat de cliënt afhankelijk van zijn/haar conditie betrokken wordt bij het Wmo-proces en om toestemming wordt gevraagd bij het delen van zorginhoudelijke gegevens, waarbij wordt gekeken in welke mate de cliënt de regie heeft. Gegevensuitwisseling gaat niet alleen óver de cliënt, maar zou samen mét de cliënt moeten plaatsvinden.’

Knelpunten

Uit de behoeftepeiling blijkt dat Wmo-professionals tegen diverse knelpunten aanlopen als ze zorginhoudelijke informatie uitwisselen. Niet alleen ervaren ze vertraging door de AVG, ze geven ook aan dat er te veel verschillende systemen en kanalen worden gebruikt. Dat staat het uitwisselen van gegevens in de weg. Daarnaast noemen ze gebrekkige samenwerking tussen ketenpartijen als knelpunt.

Aanbevelingen

Aan de hand van de uitkomsten heeft het onderzoeksteam aanbevelingen opgesteld voor een vervolg. In dit onderzoek zijn de Wmo-diensten Beschermd Wonen en Collectief vervoer onderbelicht gebleven. Daarom wordt er onder andere aanbevolen om een soortgelijke verkenningnaar deze Wmo-diensten uit te voeren. ‘In het vervolg gaan we aan de slag met deze aanbevelingen’, vertelt Mareline, ‘waaronder het inzichtelijk maken welke informatie beschikbaar is, een verdere detaillering van de informatiebehoefte per rol en het creëren van eenduidigheid in begrippen. In juni organiseren we een werksessie om samen met de Wmo-professionals toe te werken naar een plan van aanpak voor het vervolg. Dit doen we samen met het veld, zodat we straks aan de slag gaan met de punten waar de grootste behoefte aan is.’

Standaarden creëren

Vanuit Platform IZO klinken positieve geluiden. Platformleden geven aan dat er inderdaad behoefte is aan een vervolg. Zij zien een antwoord in het creëren van standaarden: ‘Er zijn wel honderden verschillende processen binnen de Wmo. Het opzetten van standaarden gaat hierin echt helpen’, denkt een platformlid. Daar is de rest het mee eens: zo snel mogelijk werken aan de standaard, luidt het advies.

Over Platform IZO

Voor het bevorderen van samenhang in de informatievoorziening in zorg en ondersteuning, werken 17 organisaties samen in Informatievoorziening Zorg en Ondersteuning (IZO). Platform IZO vindt maandelijks plaats en richt zich voornamelijk op programmalijnen die werken richting het netwerkmodel.