VWS’ers Thomas van der Lans, Marc Hoekstra en Riz Ahmed gaven Platform IZO onlangs een inkijk in het programma Implementatie Generieke functies (IGF). Zes functies moeten in de komende jaren een stevige bouwsteen worden van het gezondheidsinformatiestelsel. De boodschap van de drie is helder: alleen samen kunnen we de stap zetten van losse oplossingen naar echt, domeinoverstijgend gebruik.

Eén fundament voor heel veel uitwisselingen
De generieke functies – Identificatie, Authenticatie, Autorisatie, Toestemming, Lokalisatie, Adressering – worden ontwikkeld zodat zorg- en ondersteuningsorganisaties niet telkens opnieuw het wiel moeten uitvinden voor digitale gegevensuitwisseling.
Dat geldt niet alleen in de Wlz, maar ook in de Zvw, Wmo en Jeugdwet. De manier waarop je digitaal een persoon identificeert, toestemming vraagt of een digitaal adres vindt, is in al die domeinen hetzelfde. Door dat generiek te organiseren, ontstaat een uniforme, betrouwbare basis voor uitwisseling.
“De generieke functies vormen de bouwstenen die we in de toekomst overal kunnen gebruiken”, licht Riz toe.
“Als we het goed doen, kunnen we het vervolgens in meerdere zorgdomeinen toepassen om gegevens veilig en efficiënt te delen.”
Van individueel gebruik naar business-to-business
In eerste instantie ondersteunen de generieke functies gegevensuitwisseling op individueel niveau. Dat houdt in: het ontsluiten van gegevens door een persoon voor een ander persoon. Maar het ministerie van VWS kijkt nadrukkelijk verder: hoe kunnen gegevens ook worden ingezet voor business-to-business-processen, zoals administratieve gegevensstromen in de langdurige zorg? Daarnaast worden de generieke functies passend gemaakt voor secundair datagebruik. Denk aan wetenschappelijk onderzoek, gepersonaliseerde zorg, procesverbetering, innovatie, en toezicht.
Ook sluiten de generieke functies aan op bredere ontwikkelingen zoals de Wegiz, EHDS, Twiin, CumuluZ en het Federatief Datastelsel. De ambitie is dat bestaande bouwstenen met elkaar verbonden worden, in plaats van steeds nieuwe te ontwikkelen. VWS neemt hierin de regie en pakt dit samen met ICT-leveranciers en het zorgveld op.
De planning: van pilots naar praktijk
Volgens de oorspronkelijke programmadoelstelling moeten de zes functies uiterlijk in 2025 beschikbaar zijn om in de praktijk te gebruiken. Daarna volgt een periode van opschalen, testen, normering en uiteindelijk verplicht gebruik. Dat gebeurt onder meer via de Wegiz. De nieuwe planning is nu dat de generieke functies medio 2026 beschikbaar komen.
Het sociaal domein staat nog niet in de huidige tijdslijn, maar ook hier worden de generieke functies uiteindelijk in gebruik genomen. Thomas: “Daar willen we in de volgende fase mee aan de slag als VWS.”
Horizontaal en verticaal verbinden
Tijdens de bijeenkomst ontstaat een breed gedeeld inzicht: de generieke functies moeten zorg- en ondersteuningsbreed ingezet worden. En daarnaast passen binnen het grotere ‘stelsel van stelsels’ van informatievoorziening voor maatschappelijke opgaven. Samenwerking tussen ministeries op directieniveau is goed, maar de noodzaak blijft om de samenwerking tussen architecten en technici verder te verstevigen.
Rijk van Vulpen, ketenarchitect bij het ministerie van Justitie en Veiligheid en te gast bij Platform IZO, zei het zo: “The devil is in the details. Een stelsel van stelsels werkt pas wanneer de technische keuzes op elkaar aansluiten. Eén inconsistentie, bijvoorbeeld een datum die overal anders wordt opgeslagen, kan de hele uitwisseling blokkeren.”
Riz: “Op verschillende tafels liggen dezelfde vraagstukken. Enerzijds is dit fijn, anderzijds moeten die wel bij elkaar komen.”
Platformlid Thijs de Jong (VWS) vult aan: “wat zou helpen, is als de beleidsmedewerkers van de ministeries VWS, BZK en J&V opschrijven waar ze samen aan werken om federatief datadelen voor maatschappelijke opgaven mogelijk te maken. Waar zitten de raakvlakken en waar de gaten. Mensen die werken op de raakvlakken tussen domeinen als zorg, ondersteuning, justitie en werk en inkomen hebben hier behoefte aan. Platform IZO kan vervolgens meelezen en kijken of dit helder beschreven is.”
IZO speelt een belangrijke rol door partijen met elkaar te verbinden.
VWS: regie pakken en luisteren naar de praktijk
Voor programmamanager Thomas is de samenwerking met de praktijk en een brede blik vanuit verschillende domeinen belangrijk.
Hij vindt het daarom waardevol om te gast te zijn bij Platform IZO: “Het is goed om de netten op te halen. Uit onze ivoren toren te stappen en horen wat er speelt.
"De generieke functies moeten uiteindelijk ook bij het sociaal domein passen, en zelfs daarbuiten.”
Ook benadrukt hij hoe waardevol het is dat IZO mensen uit verschillende domeinen samenbrengt: “Ik heb al van meerdere partijen een contactverzoek gekregen. Dat helpt, want alleen samen kunnen we zorgen voor een inclusief gezondheidsinformatiestelsel.”
Open uitnodiging: sluit aan als er raakvlakken zijn
Riz Ahmed deed tot slot een oproep aan alle partijen die werken aan gegevensuitwisseling: “Zoek ons op als er raakvlakken zijn met generieke functies. Liever een vraag te veel dan te weinig. Want of het gaat om aanbieders, uitvoeringsorganisaties, branchepartijen, toezichthouders of architecten: iedereen heeft een puzzelstukje in handen.”
Samen brengen, samen delen
Generieke functies zijn veel meer dan technische onderdelen. Ze zijn een belangrijke stap in het realiseren van het netwerkperspectief: eenmalig vastleggen, meervoudig gebruiken geldt ook voor secundaire doelen. En dat kan alleen als we over domeinen heen blijven samenwerken. Thomas tot slot: “De techniek gaat er zeker komen. Maar verandering is ook mensenwerk.”
Bekijk ook
- De presentatie van Thomas van der Lans, Marc Hoekstra en Riz Ahmed over de generieke functies
- Het IZO-artikel Federatief Datastelsel: samen leren, samen delen
- Generieke functies | Data voor gezondheid
Over Platform IZO
Om de samenhang in de informatievoorziening in de langdurige zorg en ondersteuning te bevorderen, werken negentien organisaties samen in Informatievoorziening Zorg en Ondersteuning (IZO). Platform IZO vindt maandelijks plaats en richt zich voornamelijk op programmalijnen die werken richting het netwerkperspectief.