IZO

Gegevensuitwisseling Wlz en Wmo: Tussen droom en daad

Het CIZ stelt indicaties voor langdurige zorg. De gemeente heeft gegevens over mensen die gebruikmaken van Wmo-voorzieningen. Goede uitwisseling van gegevens tussen het CIZ en gemeenten zou het werken zowel voor gemeenten als voor het CIZ gemakkelijker maken. En voorkomt dat de cliënt dezelfde informatie meermaals moet aanleveren, wat als belastend wordt ervaren. Nu is het echter zo dat de cliëntinformatie die door gemeenten wordt vastgelegd maar beperkt hergebruikt wordt door het CIZ, en vice versa.

NB - Gegevensuitwisseling Wlz en Wmo.jpg

Mensen die zorg nodig hebben die valt onder de Wet langdurige zorg (Wlz) hebben daarvoor een indicatie nodig van het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ). Medewerkers van het CIZ beoordelen of mensen blijvend zijn aangewezen op 24-uurszorg in de nabijheid. In de indicatie geven ze ook de zorgzwaarte aan, zodat de zorgaanbieder weet welke zorg zij kan leveren en welke vergoeding ze daarvoor krijgt.

De afgelopen jaren is het aantal aanvragen voor Wlz-zorg gestegen, van ongeveer 150.000 in 2018 tot 180.000 in 2022 en naar verwachting 190.000 dit jaar, vertelt informatiemanager Claudia Visser van het CIZ bij Platform IZO. Er is ieder jaar weer een hogere aanvraagstroom dan voorspeld. Dit heeft te maken met de vergrijzing en met het grotere beroep op intensieve geestelijke gezondheidszorg.

Zit de AVG in de weg?

De doorlooptijd van CIZ-aanvragen is gemiddeld 6 weken. Voor een cliënt die zorg nodig heeft is dat een lange periode. De cliënt heeft vaak al een hele zorgreis gemaakt voordat hij of zij bij het CIZ komt. Het CIZ zou de doorlooptijd graag verkorten.

Door gebruik te maken van de informatie die al over de cliënt bekend is, kan sneller een besluit genomen worden. De aanvraag kost de cliënt en de zorgaanbieder dan ook minder tijd. Het moet voor de cliënt en de zorgaanbieder zo gemakkelijk mogelijk zijn: een indicatie is geen doel op zich, maar een middel om passende zorg te krijgen.

Hierbij stuit het CIZ echter op hindernissen, die deels benoemd worden in de Stand van de uitvoering. Doel van de Stand van de uitvoering is onder andere om de voortgang op de verschillende domeinen te kunnen volgen. De uitvoeringsorganisaties zoals het CIZ hebben namelijk zicht op hoe het zorgstelsel in de praktijk werkt.

Eén van de horden die Claudia Visser beschrijft, is dat het op dit moment maar beperkt mogelijk is om informatie uit te wisselen met gemeenten. De AVG lijkt een hindernis op te werpen bij de uitwisseling van gegevens tussen de zorgdomeinen. Daarom moeten CIZ-medewerkers nu bij de cliënt informatie ophalen die vaak al bekend is bij de gemeente vanuit de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo).

“Cliënten die een Wlz-indicatie aanvragen hebben meestal diverse voorzieningen vanuit de Wmo”, legt Claudia uit. “Ze hebben hun verhaal dus al een keer verteld aan de Wmo-consulent. Vervolgens komt de indicatiesteller langs die grotendeels hetzelfde wil weten. Als wij de voorgeschiedenis kennen, kunnen we veel sneller werken en wordt de cliënt ook minder belast.”

Andersom geldt hetzelfde verhaal. Als de aanvraag voor een Wlz-indicatie wordt afgewezen en de cliënt wordt terugverwezen naar de gemeente, moet die daar weer zijn of haar verhaal doen. Want het CIZ deelt geen informatie over de Wlz-aanvraag met de gemeente.

Het netwerkperspectief kan het schot tussen Wlz en Wmo weghalen

Claudia vroeg Platform IZO om mee te denken over oplossingen voor de knelpunten. Het netwerkperspectief, waarin gegevens eenmalig worden geregistreerd en beschikbaar gesteld worden bij de bron voor wie de gegevens nodig heeft, wordt gezien als dé oplossing voor het opheffen van de schotten. Er is dan natuurlijk wel een wettelijke grondslag nodig voor het mogen inzien van die gegevens. De conclusie van Platform IZO is echter dat er te snel wordt gedacht dat informatie niet uitgewisseld mag worden vanwege de AVG. Het leveren van passende zorg zou een gerechtvaardigd doel moeten zijn om toegang te hebben tot cliëntgegevens, zeker als de cliënt toestemming heeft gegeven voor het delen. Maar wat kunnen we op korte termijn doen om de informatie-uitwisseling te bevorderen? En hoe kunnen we de cliënt daarbij ontzien?

Een optie kan zijn om het dossier – digitaal of in papieren vorm – aan de cliënt te geven. Die cliënt kan dan zelf beslissen om gegevens al dan niet de delen met het CIZ, c.q. de gemeente. In een PGO kan eventueel een ‘doseerknop’ worden aangebracht om aan te geven welke gegevens gedeeld mogen worden.

Naar aanleiding van deze suggestie vroeg Platform IZO zich af of uitvoeringsorganisaties zoals het CIZ aangesloten kunnen worden op toestemmingsvoorziening Mitz, waarin je als burger vastlegt of je toestemming geeft voor het beschikbaar stellen van jouw medische gegevens. Zorgprofessionals kunnen hierin direct zien of een patiënt toestemming heeft. Tot nu toe is dit systeem echter exclusief voor zorgaanbieders, en niet voor uitvoeringsorganisaties.

Een eerste stap kan ook zijn om de gegevens die zowel gemeenten als het CIZ gebruiken, op een rijtje te zetten. Inzicht in wat gemeenten vastleggen voor indicatiestelling is hiervoor nodig. Hoewel de grondslagen voor indiceren in de Wmo niet eenduidig zijn en het per gemeente verschilt wat er wordt vastgelegd, wordt dit toch als een mooi startpunt gezien door Platform IZO.

De cliënt als centrale spil in de informatievoorziening

Een andere oplossingsrichting die werd gesuggereerd is om de Wlz-indicatie op te nemen in de PGO. Een PGO is een app of website waarin je als cliënt je eigen medische gegevens kunt bekijken. Hiermee wordt de cliënt eigenaar van zijn eigen gegevens. “Het toevoegen van de Wlz-indicatie aan het PGO staat op de rol”, aldus Claudia, maar is nu nog niet het geval.

Om het netwerkperspectief te realiseren is inzicht nodig in de benodigde informatie in de gehele zorgketen. Zo kan een gegevensset vastgesteld worden die iedere organisatie gebruikt. Claudia sluit af: “om daar te komen zou er nu al in gesprekken tussen organisaties meer aandacht moeten zijn voor welke gegevens de organisatie, of specifieker de functionaris, verwerkt en met welk doel. De waarde van het netwerkperspectief zit in het opheffen van de schotten tussen de domeinen. De cliënt heeft geen boodschap aan de verschillende stelselwetten, die wil gewoon passende zorg of ondersteuning”.


Meer info

Informatiemanager Claudia Visser van het CIZ gaf bij Platform IZO een presentatie over gegevensuitwisseling tussen Wlz en Wmo. Download haar presentatie hier.

Meer weten over het netwerkperspectief? Volg dan hier de interactieve presentatie.


Over Platform IZO

Voor het bevorderen van samenhang in de informatievoorziening in zorg en ondersteuning, werken 18 organisaties samen in Informatievoorziening Zorg en Ondersteuning (IZO). Platform IZO vindt maandelijks plaats en richt zich voornamelijk op programmalijnen die werken richting het netwerkperspectief.